vrijdag 14 september 2007

Nederlandse kabinet veegt plan Senlis Council van tafel

De Nederlandse bewindslieden twijfelen aan een wereldwijd tekort aan morfine en blijven tegen voorstellen om van papaver uit Afghanistan pijnstillers te maken.

Dit antwoorden Van Middelkoop, Koenders en Verhagen op vragen van GroenLinks. Mariko Peters wilde graag weten of het kabinet iets zag in het idee van de Senlis Council en of het een proefproject zou willen steunen.

De Senlis Council heeft meermalen aangedrongen op medicinale papaverteelt. Deze denktank denkt hiermee het probleem met papaver, waarvan heroïne wordt gemaakt, in Afghanistan tegen te gaan en tegelijk een wereldwijd tekort aan pijnstillers te verminderen.

Eigenwijs
Het kabinet gaat in tegen wat er uit opinie-onderzoeken in Nederland, Groot-Brittannië, Canada en de Verenigde Staten blijkt. Zo steunt bijvoorbeeld in Nederland 94% van de bevolking het Senlis-idee.

Het kabinet schaart zich nu achter de onwil van de Amerikanen en de Britten om te kiezen voor medicinale papaverteelt in Afghanistan.

Het kabinet wijst erop “dat de Afghaanse regering en het Afghaanse parlement zich expliciet hebben uitgesproken tegen het legaliseren van de papaverteelt.”

Verder vindt het kabinet het plan praktisch onuitvoerbaar, omdat effectieve controle op de medicinale teelt in Afghanistan niet mogelijk is. Dat schrijven de ministers Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken), Bert Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) en Eimert van Middelkoop (Defensie) vrijdag in antwoord op de vragen van Mariko Peters.

Het Europees Parlement (EP) voelde wel voor een proefproject, waarbij de papaver uit het zuiden van Afghanistan wordt gebruikt voor de productie van morfine voor ziekenhuizen in de hele wereld. Dat bleek in juli in een vergadering van de buitenlandcommissie van het EP.

De Senlis Council ziet graag mobiele laboratoria in Afghanistan komen die de papaverteelt gaan verwerken.

Maar de bewindslieden voelen dat niet. Ze menen dat dit een verkeerd signaal zou geven aan de boeren, die juist moeten overschakelen van papaverteelt naar het verbouwen van een ander gewas. Dat vindt het kabinet, dat hiermee dus regelrecht in gaat tegen het Europese Parlement.

Groot gebrek
Wereldwijd is er een groot gebrek aan dure morfine, zelfs rijke landen als Duitsland en Italië kennen tekorten.

Maar de bewindslieden twijfelen of er wel een wereldwijd tekort is aan morfine. Een rapport van de International Narcotics Control Board (INCB) gaf aan dat er de komende twee jaar voldoende voorraad is.

Wel vinden de ministers dat de toegang tot morfine voor de wereldbevolking moet worden verbeterd, omdat de pijnstillende stof niet in alle landen voldoende beschikbaar is.

Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 80 procent van alle medicinale morfine gaat naar patiënten in de zes rijkste landen van de wereld gaat, terwijl de laatste 5 procent van de morfinevoorraad gedeeld moet worden door 80 procent van de wereldbevolking.

Van Middelkoop en Balkenende en Koenders zien hier graag verandering in komen.

Corruptie
Een rapport van de Verenigde Naties meldde vorig jaar november dat hooggeplaatste Afghaanse overheidsfunctionarissen hoogstwaarschijnlijk meedraaien in de alomtegenwoordige drugseconomie in het land.

De strijd tegen de opiumproductie had tot dan toe maar beperkt resultaat opgeleverd, met name vanwege corruptie, aldus het rapport, dat een gemeenschappelijk product is van de Wereldbank en de drugsbestrijdingsafdeling van de Verenigde Naties.

daarbij komt dat wanneer Afghaanse functionarissen ergens opiumvelden willen vernietigen, ze volgens verslaggevers omkoopbaar zijn, en zo wordt het veld van de ene boer niet vernietigd, en van de boer die geen geld heeft om de functionarissen om te kopen wel.

Westers probleem
Volgens de UNODC, de organisatie van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met drugs en criminaliteit, bedroeg de opiumoogst in 2006 in Afghanistan 6.100 ton.

Van de opbrengst hiervan zou ongeveer 700 miljoen terechtkomen bij de Afghaanse boeren. De opium wordt voor 50 miljard dollar verkocht in de straten van andere landen, waaronder Nederland. Afghanistan ziet dus weinig van wat de opium op de internationale markt oplevert.

Het verbouwen van papaver was tijdens het regime van de Taliban niet verboden. Volgens een hoge politiefunctionaris in Kandahar zou dit namelijk hebben geleid tot een opstand tegen de Taliban.

De Taliban hief een hoge belasting op de opiuminkomsten in Afghanen van 20%.